Verkiezingsblog #3: Goed onderwijs is...

maandag 01 oktober 2018

Tot aan de verkiezingen op 21 november publiceren we elke maandag een verkiezingsblog. Hierbij kun je kennismaken met onze top-5 kandidaten en hun standpunten. Vandaag is het de beurt aan Tessa Moorlag, onze nummer 4 op de lijst. Tessa behandelt, als ervaringsdeskundige, wat in haar ogen goed onderwijs is.


Oog voor ieder kind
Wat is goed onderwijs? Dat is een vraag die vaak door mijn hoofd schiet. Een vraag die ik gedurende mijn studiejaren aan de PABO en tijdens mijn werk als docent in het basisonderwijs op verschillende manieren heb moeten proberen te beantwoorden. Een vraag die ook regelmatig terugkomt in de krant of op televisie. Een vraag die haast niet te beantwoorden lijkt.

Een belangrijke reden hiervoor is dat we met zijn allen hoge verwachtingen hebben van ons onderwijssysteem. De Rijksoverheid noemt een aantal vereisten: goed opgeleide leerkrachten, een hoog niveau van taal en rekenen, meer en betere muziekles en zo volgen er nog een aantal. Natuurlijk zorgen veel van deze kwalitatieve vereisten samen voor goed onderwijs, maar gaan we op deze manier niet aan het kind zelf voorbij?

We ontwikkelen een schoolsysteem waarbij ieder kind wordt getoetst en gemeten op zijn of haar kennis, inzicht en vaardigheden. Dingen die belangrijk zijn, maar moeten we ons niet in de eerste plaats druk maken om het sociaal welbevinden van het kind? Goed onderwijs begint bij een kind dat lekker in zijn of haar vel zit, dat zich thuis voelt in de klas. Zonder dit beginsel zal een kind dat goed onderwijs ontvangt, dit helemaal niet in zich op kunnen nemen. Het is dus van belang dat we ons hard maken voor een onderwijssysteem waar kwaliteit en geborgenheid hand in hand gaan. 

Het is belangrijk dat een kind onderwijs dichtbij huis kan ontvangen. Een school moet onderdeel kunnen zijn van een wijk of dorp. De school is een ontmoetingsplek voor kinderen en ouders. Het is vaak een kloppend hart. Een dorpskind op een stadse school zal zich minder snel op zijn gemak voelen. Het is wenselijk dat de sfeer op school een weerspiegeling is van de plek waar het kind opgroeit. Daarom vind ik het belangrijk dat we kleine scholen behouden.

De huidige norm in de gemeente Groningen ligt op een minimum van 166 leerlingen per basisschool. Een school met minder dan 20 leerlingen per jaarlaag wordt dus al als te klein beschouwd. Dit terwijl combinatieklassen ook nog een uitstekende oplossing bieden voor het behouden van een klas van 20 tot 30 leerlingen. We moeten er voor zorgen dat deze norm niet de standaard blijft voor de kleinere scholen in de plaatsen waar de gemeente dunner bevolkt is.

Natuurlijk is het van groot belang dat de kwaliteit van kleinere scholen wel gewaarborgd blijft. Belangrijk is dat deze scholen genoeg financiële middelen krijgen, zodat er voldoende ondersteuning per kind is, de schoolgebouwen van goede kwaliteit zijn en leerkrachten zich kunnen door ontwikkelen, bijvoorbeeld door middel van het volgen van cursussen. Ik weet zeker dat, wanneer we vervolgens het vertrouwen leggen bij de scholen in wijken en dorpen, het team van leerkrachten er alles aan zal doen om goed onderwijs te bieden.

Ik denk dat iedere meester of juf met mij in kan stemmen wanneer ik zeg dat goed onderwijs begint met een kind dat zich goed voelt. Daarom is het essentieel dat we oog blijven houden voor onze kinderen. Voor hun sociale welbevinden. Voor het feit dat ze zich op hun gemak voelen op hun school. Daar wil ik mij met de ChristenUnie hard voor maken: dat we oog hebben voor ieder kind in de gemeente Groningen.

« Terug

Reacties op 'Verkiezingsblog #3: Goed onderwijs is...'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.