Af en toe een mopperdag, dat mag
Kleuters les geven vanuit mijn eigen huis, van achter de computer. Als je me dit in de jaren dat ik voor de klas sta had voorgelegd, had ik waarschijnlijk hartelijk gelachen. Het eerste wat een kleuterjuf of -meester roept als je hiermee komt is: “Hoe dan? Kleuters moeten spelen!” Spelen is het allerbelangrijkste voor het jonge kind. Kleuteronderwijs geef je voornamelijk vorm door het creëren van een uitdagende omgeving waarin ze zich uit kunnen leven in hun spel en zich al spelend kunnen ontwikkelen.
Helaas kon ik de eerste dag van het overleg over de aanpak rondom het coronavirus niet naar werk; ik was verkouden. Als basisschoolleerkracht ben je bijna altijd verkouden, dus wie had ooit gedacht dat dat een reden zou zijn waardoor je niet naar je werk zou mogen. Maar het gebeurde. Vol ongeduld en ook een stukje schuldgevoel wachtte ik op een reactie vanuit werk. Hoe zouden we dit aan gaan pakken?
En daar kwam het verlossende bericht: zoals we de dagen voorafgaand aan het overleg al een beetje hadden besproken, besloten we te gaan werken met een bingo. Een bingo met plaatjes van activiteiten zoals een hoge toren bouwen, een kleurplaat kleuren, een liedje zingen, een modeshow lopen in de kleding van je ouders, meehelpen met schoonmaken en ga zo maar even door. Onderwijs op afstand, passend bij de ontwikkeling van kleuters. De hoofdboodschap bleef natuurlijk: laat ze lekker spelen!
Ik vond het wonderbaarlijk hoe ouders het thuisonderwijs oppakten, hoe collega’s steeds beter werden in het vorm geven van online onderwijs, hoe er gecombineerd werd tussen thuiswerken en de kinderen onderrichten, hoe steeds duidelijker werd dat kaders aanbrengen in werktijd van belang is en we steeds beter leerden dit onderling te organiseren. Met de kleuterjuffen onderling merkten we dat iedereen vanuit zijn eigen kwaliteiten iets kon toevoegen, waardoor we gezamenlijk een compleet pakket naar ouders konden sturen. Wat een veerkracht hebben mensen als het er op aan komt en wat kunnen we ineens goed buiten kaders denken als je niet anders kunt.
Elke week maakte ik een aantal filmpjes met daarin een liedje of een knutselwerkje. Ik had een prachtig liedje gevonden, genaamd Mopperdag, dat ik opnam voor mijn kleuters. Af en toe een mopperdag dat mag, het gaat uiteindelijk ook weer voorbij en dan is iedereen weer blij, was de boodschap. Dit bleek toepasselijk op de situatie. Na een paar weken was de grootste spanning eraf en begon de sleur in te slaan: de nodige mopperdagen ontstonden. Het bespreekbaar maken van een mopperdag op deze ludieke manier vond ik zelf erg prettig. Accepteren dat het soms een dag even niet lukt om positief te blijven haalde druk van de ketel en zorgde voor een realistische kijk op de situatie. Vooral ook nu bleek dat de intelligente lockdown nog even zou duren. Vanuit een nieuwe spannende situatie waarin iedereen enthousiast de schouders er onder zet, naar een situatie waar de nieuwigheid er af is en we een modus moesten vinden om te blijven functioneren en de situatie te nemen zoals hij is.
Het is ook belangrijk om naar de toekomst te kijken. Wat betekent dit voor het onderwijs de rest van dit schooljaar, maar bovenal voor het volgend schooljaar? Zodra men in de media en politiek begon te spreken over achterstanden, begonnen mijn nekharen recht overeind te staan. Moeten we in deze situatie spreken over achterstanden? Of hebben we juist een bijzondere nieuwe beginsituatie, waarin kinderen vaardigheden hebben aangeleerd die geen van ons allen ooit heeft ontwikkeld als kind? Deze generatie weet als geen ander wat een crisissituatie kan doen met een land, maar ook met gezinnen en onderwijs. Ze kunnen hierdoor waarschijnlijk beter outside the box denken dan wij als kind ooit geleerd hebben. Ze hebben misschien wel beter inzicht in de geschiedenis, omdat ze weten wat een crisis als dit met een samenleving doet en wat de sociale en financiële gevolgen zullen zijn.
Gelukkig bleek uit de rapporten die werden geschreven door experts dat de sociaal-emotionele ontwikkeling uiteindelijk het belangrijkste is, en dat scholen voornamelijk moeten gaan inzetten op deze zaken wanneer ze weer open gaan. Ik hoop vanuit de grond van mijn hart dat dit in de praktijk ook werkelijkheid wordt. Dat we niet met alle docenten de druk voelen om alsnog goede resultaten uit de toetsen te laten komen. Dat we accepteren dat zaken als toetsresultaten en uitstroom naar een zo hoog mogelijk niveau niet het belangrijkste zijn.
Voor mijzelf is even weer duidelijk geworden wat belangrijk is in mijn leven en wat ik juist nu zo erg mis. Ik mis de sociale contacten enorm, maar leer ook wat nu juist waardevol is. Een stabiele thuissituatie waarin je aandacht hebt voor elkaar, waarin je mag zijn wie je bent, met af en toe een mopperdag. En voor wat betreft het onderwijs, ook daar zien we wat echt belangrijk is. Oog voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Goede toets- en eindresultaten zijn niet de definitie van goed onderwijs. Goed onderwijs is een plek creëren waar kinderen zich op hun gemak voelen, waar ze gezien worden. Waar ze buiten taal en rekenen om ook vaardigheden ontwikkelen waarmee ze zich weten te redden in de maatschappij. Een maatschappij waarin we wederom hebben ondervonden hoe belangrijk het is oog voor elkaar te hebben.