Woordvoering Gerben Brandsema begroting 2021
Twee weken geleden ben ik vader geworden. Dat is een bijzondere en speciale gewaarwording. Niet alleen het krijgen van een dochter, maar ook het volgende. Een bevalling in het UMCG waar je na één telefoontje terecht kunt, de kraamverzorgster die een dag later nadat we een uurtje thuis waren op de stoep stond en ons de eerste week op weg hielp, de GGD die in diezelfde week langskwam voor een hielprik en een gehoortest van onze dochter. En mijn vrouw en ik hoefden amper wat te doen voor al die ondersteuning. Ik wil er maar mee aangeven dat we in een ontzettend welvarend land leven waar we over het algemeen de zaken erg goed voor elkaar hebben.
Vorige week woensdag, toen deze raad de begroting in de verschillende commissies besprak en ik de eerste effecten van de gebroken nachten ervoer was het ook Dankdag. Een dag waarop christenen stilstaan bij alles wat God gegeven heeft. En, gelovig of niet, in Nederland hebben we veel om dankbaar voor te zijn. Ook dát mogen we beseffen bij het bespreken van de begroting voor 2021.
Maar dat er veel is om dankbaar voor te zijn, maakt niet dat we rustig achterover kunnen leunen. In deze gebroken wereld gaan er ook dingen niet goed. Zoals ik tijdens het voorjaarsdebat ook zei, dient de overheid een schild te zijn voor de zwakken. En de crisis waar we nu in zitten, de effecten van de coronamaatregelen, laten zien dat we onverminderd en met een tandje extra als overheid die rol moeten pakken. De begroting voor komend jaar, die we nu bespreken, laat wat de ChristenUnie betreft zien dat we dat doen. We deden het al, en het college blijft het doen. Dit jaar leggen we opnieuw 3 miljoen bij op de tekorten in het sociaal domein. In totaal leggen we als gemeente nu zo’n 40 miljoen per jaar bij. Na vele noodkreten vanuit gemeenten richting het Rijk, vanuit de VNG tot aan onze eigen partijlijnen zien we kleine stappen vanuit het Rijk. Zo zijn de opschalingskorting en het accres tijdelijk bevroren, maar we zien uit naar de grote stappen die nog nodig zijn. We horen graag een reflectie van het college op de huidige verhouding tussen gemeenten en Rijk en hoe het college deze beoordeelt.
Zoals ik in het voorjaarsdebat reeds noemde, ontstaat door de coronacrisis ook een nieuwe groep kwetsbare mensen. Zzp’ers, flexwerkers en jongeren die net klaar zijn met hun opleiding worden hard geraakt. In de begroting lezen we dat een groot deel van de extra instroom in de bijstand jonger is dan 27 jaar. We zijn dan ook blij met de keuze van het college om 1,3 miljoen extra uit te trekken om mensen in een uitkeringssituatie weer zo snel mogelijk aan het werk te helpen, en 1,1 miljoen voor inkomensondersteuning, waarbij vooruitgelopen wordt op een verwachte bijdrage van het Rijk. Bij de NOS zag ik recent een reportage over Pom Arnold, een succesvol professioneel danser van 29 met twee kinderen die door corona opeens thuis zat zonder werk en stukadoor is geworden. Een beroep waar hij daarvoor nog nooit aan gedacht had, maar wat hem en zijn gezin zekerheid biedt in deze onzekere tijd. Een mooi voorbeeld van wat omscholing kan betekenen voor het creëren van meer zekerheid vanuit een onzekere arbeidsmarkt. Het is goed dat het college met het Werkprogramma ook voor deze aanpak kiest.
De coronacrisis vergroot ook de kans op armoede. In het voorjaarsdebat vroeg de ChristenUnie aan het college om aandacht te hebben voor schuldhulpverlening. We zijn dan ook blij dat hier structureel bijna 7 ton per jaar extra voor wordt uitgetrokken. Tevens blijven we met het nieuwe armoedebeleid inzetten op het terugdringen van generatiearmoede, maar moeten we ook extra oog hebben voor de effecten van corona op armoede in onze gemeente. Het Rijk heeft 146 miljoen beschikbaar gesteld, waarbij we begin volgend jaar horen welk deel daarvan voor onze gemeente beschikbaar komt. Daarnaast dient mijn fractie mede twee amendementen in waarin met de extra middelen uit het kostendekkend maken van de leges bij de ene een verhoging van de meerkostenregeling mogelijk wordt gemaakt, en bij de andere we extra willen inzetten op het tegengaan van energiearmoede, omdat het aantal mensen dat moeite heeft om de energierekening te betalen aan het toenemen is. Naast de rol die de overheid pakt om armoede aan te pakken is het goed te zien dat ondernemers ook hun rol pakken. En ook al is het voor sommige ondernemers in deze tijd al lastig genoeg om het hoofd boven water te houden, de ChristenUnie juicht het van harte toe dat ondernemers middels initiatieven als Omarm Groningen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid pakken en oog hebben voor de samenleving waarin zij ondernemen. Een mooi voorbeeld van Rijnlands kapitalisme. En naast de rol van de overheid en ondernemers, zien wij ook in deze tweede golf veel inwoners weer klaarstaan voor anderen. De rol van mantelzorgers, boodschappen doen voor een buurvrouw in quarantaine, een maatje om mee te wandelen of simpelweg even vragen ‘hoe gaat het met je?’ Want het is wel duidelijk geworden dat deze tweede golf een zwaardere wissel trekt. Dus waardering voor al die mensen die klaarstaan voor een ander!
Ondanks corona moeten we blijven inzetten op het terugdringen van de kosten in het sociaal domein. Het stabiliseren van de vraag naar jeugdhulp is een eerste teken dat we als gemeente op de goede weg zitten. Maar zoals ik al zei, ook hier leggen we nog steeds geld bij. Om de transitie te realiseren van dure ondersteuning en zorg naar het voorliggende veld is een sterke sociale basis nodig. Middels het GON, de Ondersteuners Jeugd en Gezin, en de WIJ wordt er hard gewerkt aan die transitie. Maar corona maakt die sociale basis ook kwetsbaar. Daarom dienen wij mede met de PvdA en het CDA het amendement Versterken Sociale Basis in, om met de extra middelen uit het kostendekkend maken van de leges de bezuiniging op de buurt- en dorpshuizen terug te draaien en in de sociale basis te investeren. Daarnaast zorgen de coronamaatregelen voor onzekerheid bij sportverenigingen, culturele instellingen, en wijk- en dorpshuizen, en bij inwoners zelf. Daarom dienen wij samen met het CDA, de SP en de PvdA de motie Zekerheid Bieden in. Met deze motie roepen we het college op om de sociale infrastructuur zoveel mogelijk te ondersteunen daar waar deze kwetsbaar dreigt te worden door alle corona maatregelen. Tegelijk zien we ook dat het college oog heeft voor deze infrastructuur. Zo kiest het college ervoor om de zogenaamde pareltjes te blijven financieren. Een ander onderdeel van die infrastructuur zijn sportverenigingen, waar door de coronamaatregelen ook grote hinder wordt ondervonden en zorgen ontstaan. We zijn blij dat het college ervoor kiest om extra geld uit te trekken voor de stijging van energielasten bij sportverenigingen, omdat dit anders een te zware wissel trekt op hun begrotingen.
Voor wat betreft sport erkende het college eerder dit jaar bij het uitkomen van het capaciteitsonderzoek sportaccommodaties dat er knelpunten zijn. We zijn dan ook erg blij dat het college ervoor kiest om komend jaar te investeren in een blaashal, extra geld reserveert voor de planontwikkeling van Kardinge en onderzoek doet naar de mogelijkheden voor een nieuwe sporthal. Een deel van de extra middelen die gevonden zijn door het kostendekkend maken van de leges wil mijn fractie graag inzetten om de bezuiniging op de trainingsveldkorting te verlagen en de vervanging van lichtmasten op sportparken mee te financieren. Waar we vorig jaar al vroegen om de bezuiniging op de trainingsveldkorting uit te stellen en te betrekken bij de harmonisatie van de sporttarieven kunnen we hiermee de bezuiniging structureel verlagen. Hiervoor dien ik met een groot aantal andere fracties een amendement in.
Mijn fractie is verder positief over de keuze van het college om extra middelen vrij te maken voor handhaving. Ook de extra inzet om problematische jeugdgroepen aan te pakken steunen we. Wel wil mijn fractie daarbij aangeven dat er niet alleen naar de jongere zelf gekeken moet worden, maar ook nadrukkelijk naar de thuissituatie. De onderliggende problemen, waarbij de oorzaak niet altijd bij de jongere zelf ligt, moeten opgespoord en opgelost worden.
Het handhaven van de coronamaatregelen zorgt voor een extra belasting op onze handhavers. Met de inzet die nodig is wil de ChristenUnie ook benadrukken dat we onverminderd moeten blijven inzetten op het tegengaan van mensenhandel. Recent heeft de nationaal rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Herman Bolhaar, de nieuwe slachtoffermonitor mensenhandel gepresenteerd waarin hij waarschuwt dat we ons ernstig zorgen moeten maken om jonge Nederlandse slachtoffers van seksuele uitbuiting en buitenlandse slachtoffers van seksuele en criminele uitbuiting. Anders bestaat niet alleen het gevaar dat slachtoffers onvoldoende beschermd worden, maar ook dat daders onbedoeld in de kaart worden gespeeld. Groningen heeft de aanpak relatief goed voor elkaar, maar voldoende aandacht blijft onverminderd nodig.
Tot slot nog kort de logiesbelasting. Het college heeft een heldere brief naar de raad gestuurd en daarin de mogelijkheid tot gebiedsdifferentiatie benoemd. Omdat Groningen een gemeente is met een stedelijk en landelijk gebied en het landelijk gebied qua overnachtingsmarkt meer concurreert met de omliggende gemeenten dan met de stad zelf vindt mijn fractie dat het logischer is om het logiestarief in het buitengebied concurrerend te laten zijn met de tarieven van omliggende gemeenten. Om die reden dien ik samen met het CDA en de PVV een motie in die het college oproept om te differentiëren naar gebied per 1 januari 2021.
Net zoals ik over meer onderwerpen nog iets had willen zeggen dan dat ik er tijd voor heb, zo waren ook dit jaar de ambities weer groter dan de beschikbare middelen. Wel lag dit minder ver uit elkaar dan bij voorgaande begrotingen. Mijn fractie wil het college en de ambtenaren bedanken voor de begroting die opgesteld is, en namens mijn fractie wens ik het college en de raad wijsheid, sterkte, plezier en bovenal Gods zegen toe in het verantwoordelijke werk dat voor ons ligt.